Psalm 64 - Hoe God heeft ingegrepen

Kunt u mij horen, God? Hoort u mij schreeuwen?
Wilt u mij redden van een samenzwering?
Want ik kan nergens heen: de onrust groeit
en ik ben bang. Want ik ben maar alleen.

Hun tong is scherper dan een mes geworden;
zij richten nu hun voorraad vuile woorden
op een onschuldige. Zij wachten af:
straks valt het schot. Als ik het niet verwacht.

Zij hebben heel veel grote woorden nodig
om over hun bedoeling heen te praten:
hun onschuld lijkt van buiten bijna echt
maar zij zijn rot. En al hun plannen slecht.

Het schot blijkt onverwacht van God te komen:
nu vallen onder hen de zwaargewonden.
Zij bijten woedend in hun eigen tong.
Zij staan voor gek. En niemand die hen helpt.

De mensen zien hoe God heeft ingegrepen
en dit is wat zij zullen doorvertellen:
een eerlijk mens kan vrolijk zijn, en trots;
een eerlijk mens zoekt veiligheid bij God.

De mensen zien hoe God heeft ingegrepen
en dit is wat zij zullen doorvertellen:
een eerlijk mens kan vrolijk zijn, en trots;
een eerlijk mens zoekt veiligheid bij God.