Dodenrit
We rijden met de trojka door het eindeloze woud
Het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud
De paardenhoeven knersen in de pas gevallen sneeuw
't Is avond in Siberië en nergens is een leeuw
We rijden met de kinderen, al zijn ze nog wat jong
Door 't eindeloze woud waarover ik zo-even zong
Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein
Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn
We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezang
Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond
Iets donkers en iets talrijks, en dat lijkt me ongezond
Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel
Het is een hele massa en ze lopen nogal snel
En door ons achterna te lopen halen zij ons in
Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin
De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel gemeen
Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien
Het zijn waarschijnlijk wolven, en kwaadaardig bovendien
Al is de toestand zorgelijk, ik raak niet in paniek
Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek
We kennen onze bundel en we zingen heel wat af
Terwijl de wolven nader komen in gestrekte draf
Het is van hier naar Omsk nog een kleine honderd werst
't Is prettig dat de paarden net vanmiddag zijn ververst
Maar jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald
Men ziet de flinke eetlust die hun uit de ogen straalt
We doen heel onbekommerd en we zingen continu
Toch moet er iets gebeuren onder moeders paraplu
En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw
"Wie moet er aan geloven?", vraag ik, "toe bedenk eens gauw"
"Moet Igor het maar wezen?", "Nee want Igor speelt viool"
"Wat vind je van Natasha?", "Maar die leert zo goed op school"
"En Sonja dan?", "Nee, Sonja niet, zij heeft een mooie alt"
Zodat de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt
Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet
De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij
Nog vierentachtig werst, en o, wat zijn wij heden blij
We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid
Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt
Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom
Ajo-ajo-ajo, al in die hoge klapperboom
Daar klinkt weer dat gehuil en onze hoop is weer verscheurd
De wolven zijn terug en nu is Sonja aan de beurt
Daar gaat het arme kind, zij was zo vrolijk en zo braaf
Nog achtenzestig werst, en in Den Haag daar woont een graaf
Ik zit nog na te peinzen en mijn vrouw stort menige traan
En kijk daar komen achter ons die wolven al weer aan
Dus Igor, 't is wel spijtig, maar jij wordt geen virtuoos
Nog tweeënvijftig werst, en daar was laatst een meisje loos
Nu Igor is verwijderd hebben wij weer even rust
Maar nee, daar zijn de wolven weer, op nog een part belust
De doodskreet van Natasha snijdt ons pijnlijk door de ziel
Nog zesendertig werst, en in een blauwgeruite kiel
Mijn vrouw en ik zijn over, dus we zingen een duet
En als het even mee wil zitten halen we het net
Helaas, ik moet haar afstaan aan de hongerige troep
Nu nog maar twintig werst, en Hoeperdepoep zat op de stoep
Ik zing nu weer wat lustiger, want Omsk komt in zicht
Ik maak een sprong van blijdschap en verlies mijn evenwicht
Terwijl de wolven mij verslinden denk ik, dat is pech
Ja, Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg
(Trojka hier, trojka daar) ja, je ziet er veel dit jaar
(Trojka hier, trojka daar) overal zit paardenhaar
(Trojka hier, trojka daar) steeds uit voorraad leverbaar
(Trojka hier, trojka daar) zachtjes snort de samovar
(Trojka hier, trojka daar) met een Slavisch handgebaar
(Trojka hier, trojka daar) doe het zelf met naald en schaar
(Trojka hier, trojka daar) is dat nu niet wonderbaar?
(Trojka hier, trojka daar) twee halfom en één tartaar
(Trojka hier, trojka daar) een liefdadigheidsbazaar
(Trojka hier, trojka daar) hulde aan het gouden paar
(Trojka hier, trojka daar) foei, hoe suffend staat gij daar?
(Trojka hier, trojka daar) moeder is de koffie klaar?
(Trojka hier, trojka daar) kijk daar loopt een adelaar
(Trojka hier, trojka daar) is hier ook een abattoir?
(Trojka hier, trojka daar) basgitaar en klapsigaar
(Trojka hier, trojka daar) flinkgebouwde weduwnaar
(Trojka hier, trojka daar)
Leve onze goede tsaar!
Het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud
De paardenhoeven knersen in de pas gevallen sneeuw
't Is avond in Siberië en nergens is een leeuw
We rijden met de kinderen, al zijn ze nog wat jong
Door 't eindeloze woud waarover ik zo-even zong
Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein
Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn
We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezang
Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond
Iets donkers en iets talrijks, en dat lijkt me ongezond
Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel
Het is een hele massa en ze lopen nogal snel
En door ons achterna te lopen halen zij ons in
Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin
De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel gemeen
Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien
Het zijn waarschijnlijk wolven, en kwaadaardig bovendien
Al is de toestand zorgelijk, ik raak niet in paniek
Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek
We kennen onze bundel en we zingen heel wat af
Terwijl de wolven nader komen in gestrekte draf
Het is van hier naar Omsk nog een kleine honderd werst
't Is prettig dat de paarden net vanmiddag zijn ververst
Maar jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald
Men ziet de flinke eetlust die hun uit de ogen straalt
We doen heel onbekommerd en we zingen continu
Toch moet er iets gebeuren onder moeders paraplu
En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw
"Wie moet er aan geloven?", vraag ik, "toe bedenk eens gauw"
"Moet Igor het maar wezen?", "Nee want Igor speelt viool"
"Wat vind je van Natasha?", "Maar die leert zo goed op school"
"En Sonja dan?", "Nee, Sonja niet, zij heeft een mooie alt"
Zodat de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt
Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet
De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij
Nog vierentachtig werst, en o, wat zijn wij heden blij
We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid
Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt
Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom
Ajo-ajo-ajo, al in die hoge klapperboom
Daar klinkt weer dat gehuil en onze hoop is weer verscheurd
De wolven zijn terug en nu is Sonja aan de beurt
Daar gaat het arme kind, zij was zo vrolijk en zo braaf
Nog achtenzestig werst, en in Den Haag daar woont een graaf
Ik zit nog na te peinzen en mijn vrouw stort menige traan
En kijk daar komen achter ons die wolven al weer aan
Dus Igor, 't is wel spijtig, maar jij wordt geen virtuoos
Nog tweeënvijftig werst, en daar was laatst een meisje loos
Nu Igor is verwijderd hebben wij weer even rust
Maar nee, daar zijn de wolven weer, op nog een part belust
De doodskreet van Natasha snijdt ons pijnlijk door de ziel
Nog zesendertig werst, en in een blauwgeruite kiel
Mijn vrouw en ik zijn over, dus we zingen een duet
En als het even mee wil zitten halen we het net
Helaas, ik moet haar afstaan aan de hongerige troep
Nu nog maar twintig werst, en Hoeperdepoep zat op de stoep
Ik zing nu weer wat lustiger, want Omsk komt in zicht
Ik maak een sprong van blijdschap en verlies mijn evenwicht
Terwijl de wolven mij verslinden denk ik, dat is pech
Ja, Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg
(Trojka hier, trojka daar) ja, je ziet er veel dit jaar
(Trojka hier, trojka daar) overal zit paardenhaar
(Trojka hier, trojka daar) steeds uit voorraad leverbaar
(Trojka hier, trojka daar) zachtjes snort de samovar
(Trojka hier, trojka daar) met een Slavisch handgebaar
(Trojka hier, trojka daar) doe het zelf met naald en schaar
(Trojka hier, trojka daar) is dat nu niet wonderbaar?
(Trojka hier, trojka daar) twee halfom en één tartaar
(Trojka hier, trojka daar) een liefdadigheidsbazaar
(Trojka hier, trojka daar) hulde aan het gouden paar
(Trojka hier, trojka daar) foei, hoe suffend staat gij daar?
(Trojka hier, trojka daar) moeder is de koffie klaar?
(Trojka hier, trojka daar) kijk daar loopt een adelaar
(Trojka hier, trojka daar) is hier ook een abattoir?
(Trojka hier, trojka daar) basgitaar en klapsigaar
(Trojka hier, trojka daar) flinkgebouwde weduwnaar
(Trojka hier, trojka daar)
Leve onze goede tsaar!
Credits
Writer(s): Heinz Herman Polzer
Lyrics powered by www.musixmatch.com
Link
© 2024 All rights reserved. Rockol.com S.r.l. Website image policy
Rockol
- Rockol only uses images and photos made available for promotional purposes (“for press use”) by record companies, artist managements and p.r. agencies.
- Said images are used to exert a right to report and a finality of the criticism, in a degraded mode compliant to copyright laws, and exclusively inclosed in our own informative content.
- Only non-exclusive images addressed to newspaper use and, in general, copyright-free are accepted.
- Live photos are published when licensed by photographers whose copyright is quoted.
- Rockol is available to pay the right holder a fair fee should a published image’s author be unknown at the time of publishing.
Feedback
Please immediately report the presence of images possibly not compliant with the above cases so as to quickly verify an improper use: where confirmed, we would immediately proceed to their removal.