Breekbaar Lief

ik was de man die nooit zou smeken
laat staan kruipen over de grond
zielig jankend
huilend als een hond

ik had nooit geleerd te breken
met mijn ogen vol van spijt
ik stond kaarsrecht
ik ging blind rechtdoor
overal, altijd

het was een koude dag in mei
toen je me zei dat het voorbij was
en ik die je dan ijskoud en botweg de deur wees
hard als glas

m'n teder
m'n prachtig
m'n enig
m'n droef
m'n doe zacht asjeblief
m'n verloren
breekbaar lief

hier staat de man die nooit zou smeken
maar dat is lang vervlogen tijd
want kijk nu de man zijn ogen
vol van spijt

hij kan nu breken als geen één
zijn bed is het stof op de grond
en hij kan het als de beste
janken als een hond

m'n teder
m'n prachtig
m'n enig
m'n droef
m'n doe zacht asjeblief
m'n verloren
breekbaar lief

en ik denk dat ik weet
hoe het komt dat het lijk
of de maan nacht na nacht bleeker schijnt

en ik denk dat ik weet
hoe het komt dat het lijk
of de maan nacht na nacht bleeker schijnt

en ik denk dat ik weet
hoe het komt dat het lijk
of de maan nacht na nacht bleeker schijnt

en ik denk dat ik weet
hoe het komt dat het lijk
of de maan nacht na nacht bleeker schijnt

en ik denk dat ik weet
hoe het komt dat het lijk
of de maan nacht na nacht bleeker schijnt

en ik denk dat ik weet
hoe het komt dat het lijk
of de maan nacht na nacht bleeker schijnt



Credits
Writer(s): Mich Michael Emma Marcel Walschaerts, Raf Rafael Carlo Hilda Walschaerts
Lyrics powered by www.musixmatch.com

Link