Amsterdam (Hij Die Slentert)

Het is een spel, van sneller en sneller en snel,
maar 't gazerbij haal ik het wel. Ga eens opzij, weg van mij.
Je loopt een lijn, de lijn van waar moet ik zijn
geen tijd ik heb haast, verdwijn. laat me er langs, laat me voorbij.
En als je niet ergens zijn moet moet je wel ergens snel vandaan.
Maar oh, hij die slentert ziet pas echt de stad
(hij die slentert ziet pas echt de stad)
't is voor wie het wist en, net als ik vergat, net als ik vergat
waarom je hier ooit kwam. Hij die slentert ziet pas Amsterdam.
het was al laat, een zomeravond op straat,

ik heb uren geslenterd totdat het mokemsgeruis, de zon welkom thuis.
En als je niet allang weg moet had je er al minstens moeten zijn.
Maar oh, hij die slentert ziet pas echt de stad
(hij die slentert ziet pas echt de stad)
't is voor wie het wist en, net als ik vergat, net als ik vergat
waarom je hier ooit kwam. oh Amsterdam.
Maar oh, hij die slentert ziet pas echt de stad
(hij die slentert ziet pas echt de stad)
't is voor wie het wist en, net als ik vergat, die heeft wat mij nooit
overkwam!
Haast je wat je wilt, maar hij die slentert ziet pas Amsterdam.