Telkens Weer
Nu lig je naast me en je slaapt.
ik hoor je ademhalen.
En in het vroege morgenlicht
zie ik voor het eerst je kamer.
Je bent zo warm, je bent zo zacht,
je arm ligt op mijn schouder.
Je bent zo lief geweest vannacht,
ik heb van je gehouden.
En ik wou dat ik je zeggen kon:
ik blijf voor altijd bij je.
Dat ik me van die dwaze drang
naar vrijheid kon bevrijden.
Maar dat gaat niet.
Ik weet dat ik nog jaren
naar je kamer zal verlangen.
En naar de platen die je draaide,
tranen op je wangen.
Zoals je naar me luisterde,
en fluisterde: ik snap je.
Zoals we samen lagen,
samen lachten om een grapje.
Oh ik wou dat ik nog een keer
één zo'n nacht met je kon delen.
Je armen om heen,
je zachte handen die me strelen.
Telkens weer denk ik aan je ogen bij het afscheid.
Telkens weer wil ik bij je zijn.
Telkens weer denk ik: ik ga weg en nu voor altijd.
En ik weet: het doet je pijn.
Je ligt naast me en je slaapt,
ik hoor je ademhalen.
En in het vroege morgenlicht
zie ik weer je kamer.
Je bent zo warm, je bent zo zacht,
je arm ligt op mijn schouder.
Je bent zo lief geweest vannacht.
Ik heb van je gehouden.
En ik wou dat ik nog een keer
één zo'n nacht met je kon delen.
Je armen om heen,
je zachte handen die me strelen.
ik hoor je ademhalen.
En in het vroege morgenlicht
zie ik voor het eerst je kamer.
Je bent zo warm, je bent zo zacht,
je arm ligt op mijn schouder.
Je bent zo lief geweest vannacht,
ik heb van je gehouden.
En ik wou dat ik je zeggen kon:
ik blijf voor altijd bij je.
Dat ik me van die dwaze drang
naar vrijheid kon bevrijden.
Maar dat gaat niet.
Ik weet dat ik nog jaren
naar je kamer zal verlangen.
En naar de platen die je draaide,
tranen op je wangen.
Zoals je naar me luisterde,
en fluisterde: ik snap je.
Zoals we samen lagen,
samen lachten om een grapje.
Oh ik wou dat ik nog een keer
één zo'n nacht met je kon delen.
Je armen om heen,
je zachte handen die me strelen.
Telkens weer denk ik aan je ogen bij het afscheid.
Telkens weer wil ik bij je zijn.
Telkens weer denk ik: ik ga weg en nu voor altijd.
En ik weet: het doet je pijn.
Je ligt naast me en je slaapt,
ik hoor je ademhalen.
En in het vroege morgenlicht
zie ik weer je kamer.
Je bent zo warm, je bent zo zacht,
je arm ligt op mijn schouder.
Je bent zo lief geweest vannacht.
Ik heb van je gehouden.
En ik wou dat ik nog een keer
één zo'n nacht met je kon delen.
Je armen om heen,
je zachte handen die me strelen.
Credits
Writer(s): Boudewijn De Groot, Ernst G Jansz
Lyrics powered by www.musixmatch.com
Link
© 2024 All rights reserved. Rockol.com S.r.l. Website image policy
Rockol
- Rockol only uses images and photos made available for promotional purposes (“for press use”) by record companies, artist managements and p.r. agencies.
- Said images are used to exert a right to report and a finality of the criticism, in a degraded mode compliant to copyright laws, and exclusively inclosed in our own informative content.
- Only non-exclusive images addressed to newspaper use and, in general, copyright-free are accepted.
- Live photos are published when licensed by photographers whose copyright is quoted.
- Rockol is available to pay the right holder a fair fee should a published image’s author be unknown at the time of publishing.
Feedback
Please immediately report the presence of images possibly not compliant with the above cases so as to quickly verify an improper use: where confirmed, we would immediately proceed to their removal.