Leens

Ik kwam ter wereld op het Hogeland,
de streek waar ik nog altijd naar verlang.
Hoge hemel, een trotse hereboerderij.
Volle tarwe, de zware vruchtbare klei.
Net als zijn vader was mijn vader veearts.
Ik wist het zeker: de mooiste baan op aarde.
Vaak zat ik aan de slootkant uren te kijken
naar de zwaargebouwde landbouwpaarden.
Het leven was goed in Leens. Onze kindertijd een paradijs.

Op een koude winterdag, ik was negen jaar,
sloeg het bittere noodlot toe.
Mijn vader had een boer geholpen
bij het kalven van een koe.
Huiswaarts kwam hij in een sneeuwjacht.
Met paard en sjees reed ie in de sloot.
Hij redde zijn paard maar kreeg een longontsteking. |
Na enkele dagen was pappa dood.
Ons voorbeeld ging heen en Leens was niet langer het paradijs.

We verhuisden naar de stad Groningen.
We woonden tegenover het Noordersportterrein
waar de paardenrennen werden gehouden.
Alles met de drafsport fascineerde mij.
Het machtige ogenblik van de start.
De prachtige beweging van het veld.
De hindernissprong, het uitreiken van de prijzen
bracht mij terug naar ons paradijs.
Het leven was goed in Leens. Onze kindertijd een paradijs.



Credits
Writer(s): Meindert Talma
Lyrics powered by www.musixmatch.com

Link